Om de pauken te bespelen heb je aangepaste stokken nodig. Een paukenstok bestaat uit slechts twee delen: de schacht en de kop van de stok. De schacht is meestal uit hout of bamboo, soms wordt ook kunststof of aluminium gebruikt. De kop van een paukenstok maakt het een speciale stok. Deze bestaat uit een harde kern met zacht materiaal errond verwerkt. De harde kern bestaat uit eveneens hout, kurk, leer of soms samengeperst vilt. Het zachte materiaal is doorgaans vilt of zeem. Sommige stokken bevatten geen buitenste laag maar hebben gewoon een kop uit hout, vilt, flanel of leer. Houten koppen zijn specifiek aangewezen voor historische muziek.
De indeling van een collectie paukenstokken gebeurt meestal volgens hun hardheid, gaande van zacht over medium en hard tot zeer hard of staccato. wil je een paar paukenstokken aanschaffen, dan is medium een goede keuze. Kan je meerdere stokken aanschaffen, probeer dan een set samen te stellen met uiteenlopende hardheden. Zo kan je tijdens een compositie de gepaste stok voor het gepaste moment kiezen. Speel je in een luide en/of ritmische passage met het hele orkest, dan zullen hardere stokken met een gearticuleerde klank beter tot hun recht komen. In zachte passages met veel roffels leiden zachte stokken vaak tot een mooi resultaat. Om gemakkelijk tussen de stokken te wisselen, kan je gebruik maken van een stokkentafel of een rek.